De walnoot is een van de grootste fruitbomen die er bestaat. De walnotenboom is een winterharde, bladverliezende boom die wel 30 meter hoog en ca. 20 meter breed kan worden. De brede bladerkroon kan zich pas voldoende ontplooien als hij voldoende ruimte heeft. Hij draagt laat in het voorjaar zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen zijn geelgroene katjes. De groene vrouwelijke bloemen zijn alleenstaand of staan in trosjes van twee of drie bloemen bijeen.
De stam van de walnotenboom is vrij kort omdat hij zich snel vertakt. Bij jonge bomen is deze grijs en glad, maar wordt donkerder en gegroefder naarmate de boom ouder wordt.
De steenvruchten die verschijnen na de zomer bestaan uit twee delen die op onze hersenen lijken. Ze zijn omgeven door een harde, gerimpelde buitenlaag (dit is wat je kraakt als je de noot wilt eten). Daaromheen zit een donkergroene schil met witte puntjes. Deze schil wordt later door oxidatie zwart.
Onder een walnoot groeien meestal geen andere planten, want uit het blad van de boom komt juglon dat met regenwater op de grond drupt en de bodem ongeschikt maakt als groeiplaats voor andere planten.
Specificaties
Bloeitijd:
- April
Rijptijd/pluktijd:
- Oktober
Snoeien:
Maak bij het snoeien van de walnootboom gebruik van de techniek ‘vormsnoeien’. Het doel van dit snoeiproces is het vormen van een mooie, ronde boomkroon met sterke gesteltakken. Bij een jonge boom zijn het de twijgen die als toekomstige gesteltakken dienen. Snoei het jonge boompje zo, dat sterkte gesteltakken in een mooie vorm kunnen groeien. Kies voor vier-zes gesteltakken en snoei elke verlenging van de gesteltakken jaarlijks voor de helft in.
Zorg dat er voldoende ruimte blijft tussen de gesteltakken en groeiende zijtakken zodat er voldoende zonlicht en ruimte in de mooie, ronde boomkroon komt.
Bijzonderheden:
- Bekende walnoot
- Lekkere Walnoten
- Wordt een hele grote boom worden