Deze appel wordt meestal gekweekt als hoogstamboom. In het begin is de groei matig, later zeker sterker. De boom vormt een bolvormige kroon met hangende takken. Dit soort is laatbloeiend en bestendig tegen de vorst. De appel heeft een iets vettige schil. Hij is geel gekleurd met een vrij grote, rode blos en rode strepen. De vorm van de appel is iets kegelvormig en onregelmatig. De smaak is goed, zonder uitgesproken aroma. Het vaste vruchtvlees is wit en vrij droog. Goed te gebruiken als moesappel, stoofappel om te drogen. Na een langere bewaartijd ook lekker als handappel.
Specificaties
Bloeitijd:
- Mei
Rijptijd/pluktijd:
- Juli
Snoeien:
- Maak bij het snoeien van de appelboom gebruik van de techniek ‘vormsnoeien’. Het doel van dit snoeiproces is het vormen van een mooie, ronde boomkroon met sterke gesteltakken. Bij een jonge boom zijn het de twijgen die als toekomstige gesteltakken dienen. Snoei het jonge boompje zo, dat sterkte gesteltakken in een mooie vorm kunnen groeien. Kies voor vier-zes gesteltakken en snoei elke verlenging van de gesteltakken jaarlijks voor de helft in.
Zorg dat er voldoende ruimte blijft tussen de gesteltakken en groeiende zijtakken zodat er voldoende zonlicht en ruimte in de kroon komt.
Bijzonderheden:
- Laatbloeiend en goed vorstbestendig
- Klein tot middelgrote vrucht
- Goede moesappel
- Lang houdbaar na de pluk
- Smaak is goed en zonder uitgesproken aroma